woensdag 6 mei 2009

Afscheid

Aan alles komt een eind, ook aan mijn verblijf in Kazakhstan - vandaag om precies te zijn. Toen mijn lotgenoten en ik vier maanden geleden aankwamen, werd ons beloofd dat we pijn in ons hart zouden hebben als we het land weer zouden verlaten. Als dat waar is, weet een aantal studenten dat in ieder geval goed te verbergen. Van de mogelijkheid om docenten te benaderen om de examens eerder dan de officiele datum af te leggen werd door bijna iedereen gebruik gemaakt. Zo kan het dat de tentamenperiode van 4 tot 16 mei duurt, maar dat de exodus al in volle gang is. Een geluksvogel smeerde hem al op 30 april, de meeste anderen (mijzelf incluis) in het verloop van deze week. De achterblijvers zijn dikwijls degenen die dehulp van goedgezinde docenten ontberen. Toch heb ik op deze laatste dag, wellicht door de halflege gang in mijn flat en de ongewoon opgeruimde toestand van mijn kamer, het aparte gevoel wat vaker voorkomt aan de vooravond van een vertrek, en ben ik niet zo enthousiast bezig met aftellen als een week geleden.

Het nutsbedrijf nam nog een halve dag vakantie op vlak voor mijn vertrek, en ook vanuit de universiteit werd met de beste bedoelingen ook een poging ondernomen om ons vaarwel te zeggen. In samenwerking met de organisatie voor internationale studenten (KISA) werd een uitje naar de bowlingbaan georganiseerd, waar de vriendelijke woorden (zelf deed ik ook een duit in het zakje) de ongemakkelijke sfeer door de lage opkomst (de meeste uitwisselingsstudenten lieten het afweten, en ook de KISA-afvaardiging was aan de kleine kant) maar ten dele konden wegnemen. Behalve een glansrijke overwinning bij het bowlen viel me ook een prijs van 'Most Charming Student' ten deel - ik heb het altijd al geweten. In kleinere kring bracht ik daarna nog bezoekjes aan een roestig Sovjetobservatorium waar we, de Russische uitleg braaf knikkend aanhorend, een aantal kleine diamantjes en een heus maanlandschap door de telescoop konden waarnemen en het Kazakhstaans Staatscircus, dat ondanks de droevige toestand van de steprijdende en koprollende beer een alleraardigste show opvoerde, waar ik tot schijnbaar groot vermaak van het publiek nog met een (on)vrijwillig gastoptreden aan had bijgedragen.

Behalve de in het water gevallen borrel waar ik het vorige post over had, vindt het afscheid vooral op individuele basis plaats. Elke dag vertrekt er wel iemand, die na een aantal vriendelijke woorden over en weer al dan niet luid snotterend uitgezwaaid wordt. Ondertussen moet ik oppassen dat ik een aantal figuren, die van plan zijn deze zomer in Amsterdam de bloemetjes eens goed buiten te zetten, ontloop zodat ik ze geen vals emailadres hoef mee te geven. Vandaag rest mij nog een paar kleren in te pakken, de papieren voor mijn reis netjes in orde te maken en op tijd naar bed te gaan, zodat ik morgenochtend fris richting Oezbekistan kan. Na een omzwerving van een kleine drie weken (hopelijk komen er geen onverwachte verlengingen) in Oost-Europa kom ik 26 mei weer in Nederland aan. Hoewel ik het hier best naar mijn zin heb gehad, heb ik mijn portie voormalige Sovjetunie dan weer even gehad. Wellicht ga ik nog een keer naar Kyrgizie en/of Tadzjikistan voor de prachtige berglandschappen - als die landen tegen die tijd dan nog in hun huidige vorm bestaan. Of ik nog nog eens terug naar Kazakhstan kom? Misschien in 2030.

Met mijn vertrek hier komt ook het einde van mijn status als blogger in zicht. Als ik me enigszins verveel zal ik proberen nog iets uit Oezbekistan te schrijven (dat eindigt toch ook op -stan ;), hoewel ik gezien hun classificatie als 'vijand van het internet' (gedeeld met Noord-Korea, Cuba, Myanmar en Turkmenistan en landen als China, Vietnam e.a. keurig naar de tweede plek verwijzend) nog niks kan beloven. In elk geval bedankt voor jullie aandacht voor mijn escapades in deze uithoek, en hopelijk tot snel in Nederland!

- Thomas

zondag 3 mei 2009

Blackout

In sommige eerdere afleveringen van deze blog heb ik niet zo hoog opgegeven van het milieubewustzijn in dit land. Het lijkt erop dat de Kazakhstanen mijn opmerkingen ter harte hebben genomen - alsof het recente Earth Hour niet genoeg was, heeft de electriciteit het de afgelopen twee weken evenzoveel malen af laten weten. Als verwaande Westerling was ik verbaasd over de rustige wijze waarop de mensen hier met zulke situaties om weten te gaan - als er in Nederland een helikopter ergens in de Bommelerwaard een stuurfout maakt is meteen het hele land in rep en roer, worden er tientallen cameraploegen naar het 'rampgebied' gestuurd en krijgen we negen maanden later nog een journalistieke naschok indien de geboortecijfers een kleine afwijking vertonen of er bij Defensie wat koppen rollen, maar hier halen de mensen hun schouders op en gaan door waar ze mee bezig waren. Slechts voor een handvol ongelukkigen die zich toevallig in een lift bevonden of, omdat de verkeersregelaars niet op tijd ter plekke zijn, hun Lada in de prak rijden is het werkelijk vervelend. In mijn geval werd een dergelijke catastrofe op het nippertje afgewend omdat, nadat heel Almaty 3 uur in het donker had gezeten, het licht om half een weer aanging, waardoor ik me net op tijd naar een cafe kon begeven om een belangrijke Champions League wedstrijd niet te hoeven missen.

Niet veel later werd de oorzaak van het euvel bekend. Almaty is aangesloten op het net van Kyrgyzie, en hoewel dit land vele kwaliteiten heeft (prachtige berglandschappen, een overvloed aan valkeniers en de gefermenteerde merriemelk is van de hoogste kwaliteit) kan je er voor je elektriciteit beter niet van afhankelijk zijn. Hoewel ik terughoudendheid wil betrachten als het gaat om onbevestigde bronnen, wil ik jullie niet onthouden dat volgens medestudenten enkele familieleden van de Kyrgyzische (sp?) president teveel stroom hadden afgetapt en het grid daarmee overbelast hadden.

Of het puur toeval betrof of dat ik in het Haaksbergen van Kazakhstan zit weet ik niet, maar dit weekend was het weer raak. Als volledig geintegreerde Kazakhstanen raakten mijn kamergenoot en ik niet in paniek toen het licht uitviel - in dit soort gevallen is het eerst zaak de grootte van het getroffen gebied te bepalen. Gedurende mijn verblijf hebben zich al talrijke lokale blackouts voorgedaan waarmee ik jullie niet wilde vermoeien - soms ging het om een aantal vertrekken, andere keren had mijn kamergenoot in zijn helft wel stroom en ik niet. In dit geval was het snel duidelijk: op de gang was het licht van zaklampen zichtbaar en klonk gegiechel, maar het rijzige Hotel Kazakhstan met het karakteristieke '2030' in neonletters op de gevel (zou dat ook het jaar zijn waarin ze dit soort problemen onder te knie hopen te hebben?), het perfecte uitzicht waarop voor ons een continue bron van vreudge is en onze kamer ongetwijfeld tot een van de meest gewilde op de universiteit maakt, was nog gewoon voorzien.

Helaas werken de fornuizen op elektriciteit, dus moest ik het in plaats van pannenkoeken met gesmeerde boterhammen als diner stellen, maar we konden nog wel naar een supermarkt wat verderop om wat benodigdheden in te slaan voor een afscheidsfeestje wat we gepland hadden. Zo'n party in het donker is echter lang niet zo gezellig en het feestje doofde als een nachtkaars uit. Tegen het eind van de middag van de volgende dag, zo'n twintig uur later, sprong het licht weer aan. Zoals gebruikelijk sluit ik weer af met een nuttig advies: als jullie nog een keer naar Kazakhstan komen, neem dan dat noodpakket mee wat je volgens de Nederlandse overheid had moeten kopen. Houd je in als de kip in de aanbieding is. En, zoals we hier graag tegen elkaar zeggen: 'You haven't really been to Kazakhstan unless you have experienced a blackout!"

zaterdag 2 mei 2009

Koninginnedag

Net zoals de meeste mensen in Nederland verheugde ook ik mij op onze nationale feestdag. Niet alleen was dit een uitgelezen gelegenheid om weer met wat landgenoten in contact te komen en wat Nederlandse sfeer te proeven (letterlijk en figuurlijk), maar ook om eens een kijkje te nemen in de diplomatieke wereld, waar ik me gezien mijn Diplomacy-ervaring en innemende persoonlijkheid als een vis in het water verwachtte te voelen en waar ik in recente artikelen (http://archief.nrc.nl/?modus=l&text=Ministerie+van+Buitenlandse+Zaken&hit=2&set=3 en http://archief.nrc.nl/?modus=l&text=buitenlandse+zaken+cultuur&hit=14&set=2) al zoveel over interessants over gelezen had. Ik had na lang zoeken een t-shirt zonder vlekken gevonden, mijn enige niet-spijkerbroek klaargelegd en mijn kapsel in het beste model gestyleerd toen ik het nieuws over de verschrikkelijke gebeurtenissen in Apeldoorn vernam.

Omdat ik geen nieuws over een afgelasting van de evenementen in Almaty had ontvangen (ter plaatse vernam ik dat niet iedereen daarvoor op tijd bereikt zou kunnen worden), begaf ik me uiteindelijk toch naar het Hyatt om een kijkje te nemen. Vlak na mijn aankomst om kwart voor acht deelde de Nederlandse ambassadeur mee wat er gebeurd was, waarbij hij opvallend genoeg niet vermeldde dat het hoogstwaarschijnlijk geen ongeluk betrof, wat rond die tijd volgens mij reeds bekend was. Desalniettemin was de stemming niet al te bedroefd - de buitenlandse gasten (zakenmensen en diplomaten) werden uiteraard minder geraakt en voor de Nederlanders was het nog steeds een van de spaarzame kansen om eens bij te praten met de rest van de diaspora. Naast wat medewerkers van de Amerikaanse en Nederlandse ambassades raakte ik nog aan de praat met een drietal wat in een gehucht bij de Chinese grens vrijwilligerswerk voor gehandicapte kinderen deed. Om negen uur werd de bijeenkomst met het Wilhelmus en een toast op de Koningin besloten - een stuk vroeger dan gebruikelijk, maar het diplomatenkorps hoeft niet te vrezen: als je wilt, kan je elke dag naar een dergelijke receptie.

vrijdag 24 april 2009

Nederland(er)(s) in Kazakhstan

Nu de tijden van de VOC voorbij zijn, strekken de tentakels van mijn geliefde Nederland helaas niet meer zo ver als voorheen. In plaats van een spin in het web en een militaire grootmacht zijn we verworden tot een braafste jongetje van de klas en gesprekken met de groten der aarde vinden dikwijls niet meer plaats tijdens een copieus diner, maar onder het genot van een broodje kaas. Nergens is het verval sterker te merken dan in Centraal-Azie: in deze strategisch belangrijke regio, een frontlinie in de strijd tegen het terrorisme en rijk aan steeds schaarser wordende natuurlijke hulpbronnen, is er in vier van de vijf landen is er geen diplomatieke afvaardiging. Voor mijn bezoek aan Oezbekistan ben ik al de Duitse, Franse en Engelse wapenleveranties aan het bestuderen om te kijken tot welke ambassade ik me in geval van nood het beste kan wenden. Zo zou je ook verwachten dat in Kazakhstan, een land waar nog genoeg dingen moeten gebeuren die schijnbaar een hogere prioriteit hebben dan de banden met kikkerlandjes in Europa aan te halen, weinig Nederlandse invloeden merkbaar zouden zijn.

Het tegendeel bleek echter het geval. Al de tweede dag van mijn verblijf kwam ik een stel Nederlandse expats in de supermarkt tegen - het was me nog niet helemaal duidelijk voor welk bedrijf ze precies werkzaam waren, maar onze staatsbank ABN AMRO is een van de weinige buitenlandse financiele instellingen met activiteiten in deze groeimarkt (de andere zijn RBS en CitiBank - helaas konden de Kazakhstaanse divisies deze bedrijven na de fouten van hun collega's in de City niet overeind houden). Op de markten is overal 'Gallandskoie suir' (Hollandse kaas) te koop - ongetwijfeld niet authentiek, maar het feit dat onze reputatie kennelijk goed genoeg is om deze troep aan de man te brengen stemde me erg tevreden - en in elke kroeg kan je Heineken bestellen (voor de dubbele prijs van een lokaal biertje, dat wel). Op KIMEP werken twee Nederlanders, waaronder de baas van het International Office, die tijdens zijn MBA in Engeland een Kazakhstaans meisje tegen het lijf was gelopen en zodoende hier verzeild is geraakt.

Het lokale Nederlandse consulaat heb ik ook de eerste weken aangedaan. Een vriendelijke klerenkast liet me, zodra hij zag dat ik Nederlander was, voorgaan op vijftien wachtende locals, en ook door de dienstdoende diplomate werd ik alleraardigst te woord gestaan. Nadat ik me had laten registreren, zodat ik me in geval van een staatsgreep of andersoortige crisis zo snel mogelijk kon laten adviseren het land te verlaten en indien ik, God verhoede het, vermist zou worden de autoriteiten in ieder geval binnen enkele weken een zoekactie op touw konden zetten, wilde ik ook een gecertificeerde kopie van mijn paspoort laten maken om het origineel niet in handen van hebberige agenten te doen vallen. Dat was geen probleem, maar voor een stempel en een krabbeltje lieten ze me dertig euro neertellen, waardoor ik op en neer naar huis moest om genoeg contanten bij elkaar te krijgen. Om mijn opwinding te minimaliseren maakte ik mezelf maar wijs dat dit naar een potje ging om op Koninginnedag eens goed uit te pakken, wat warempel nog lijkt te kloppen ook - komende donderdag is er een receptie in het plaatselijke Hilton, en ik heb me voorgenomen om net zoveel bitterballen, champagne en oranjebitter te consumeren tot ik de kosten eruit heb.

Met de kennis over en nieuwsgierigheid naar Nederland is het bij de Kazakhstanen ook niet slecht gesteld. Een docente Engels voor eerstejaars had me uitgenodigd om een aantal keren een presentatie over mijn land te geven, waar de arme studenten ondanks hun zware programma nog redelijk wakker bij bleven. Hoewel het softdrugsbeleid zoals verwacht de meeste nieuwsgierigheid wekte (op vragen hoe je wietpannenkoeken kon bakken en of de Kazakhstaanse waar beter was dan de Nederlandse, leek het me uit juridisch oogpunt echter beter te zwijgen), was men ook erg geinteresseerd in de legale prositutie, het homohuwelijk, de rol van familie in onze samenleving en het studentenleven in Nederland - een aantal corporale mores werkten op de lachspieren. Naast Geert Wilders en Pim Fortuyn was zelfs Willem van Oranje bekend in Kazakhstan. Na afloop werd me nog een kaart overhandigd waarop de leerlingen, al dan niet onder druk van hun docent, een aantal aardigheden over mijn presentatie en Nederland hadden geschreven. Of de Nederlandse universiteiten, de UvT voorop, nu een stormloop aan inschrijvingen uit Almaty kan verwachten is echter de vraag - de Kazakhstaanse overheid verstrekt een aantal studiebeurzen waarmee alle kosten gedekt worden, en dan geef ik de studenten die voor het anders prijzige Engeland of de VS kiezen geen ongelijk.

Enfin, waar zeventiende-eeuwse methoden om me aan Nederland te binden ontbreken, is er nu het wereldwijde web om het gat op te vullen. Met het digitale NRC blijf ik redelijk op de hoogte van de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland - het proces tegen Wilders, de verhoging van de AOW-leeftijd en de JSF-crisis kennen geen geheimen voor mij. Ondanks dat ik geinteresseerd ben en hier niet eeuwig zit is er toch een mate van verwijdering - ik voel me minder betrokken bij en minder gepassioneerd over wat er in Nederland gebeurt. En natuurlijk kan ik met deze blog en emails contact met jullie onderhouden - in ieder geval tot ik hier weg ben. 12 days and counting.

maandag 20 april 2009

Gastbijdrage: Kazakhstan Rolmodel?

Zoals jullie laatst hebben kunnen lezen hebben ook mijn ouders Kazakhstan aangedaan. Mijn vader was zo onder de indruk dat hij vroeg om een gastbijdrage op deze blog te plaatsen - gezien het feit dat deze blog slechts het bescheiden doel heeft informatie over Kazakhstan te verschaffen en dat anderen wellicht een verfrissende nieuwe visie kunnen bieden, hoefde ik er niet lang over na te denken. Bij deze!
-----

In zijn blog doet Thomas met veel verve verslag van de ramspoed en het ongerief dat hem regelmatig treft in Kazakhstan, van Spartaanse legeringomstandigheden op de Kimep en tweemaal achtereen vrijdag de 13de, tot kolkende watermassa’s en dikke wallen van bureaucratische onwil.
Daar is uiteraard niks mis mee, want wie van ons is vrij van dagelijkse ergernissen, maar het heeft wel als neveneffect, dat de aandacht afgeleid wordt van de sterke punten van het land

Omdat een kort bezoek vorige week aan Thomas ons gesterkt heeft in het idee, dat dit land op een aantal aspecten gewoon op ons vooruitloopt, heb ik de status van “toegevoegd tijdelijk buitengewoon redacteur ” aangevraagd en verkregen en wil die graag benutten om enkele van de bijzondere verworvenheden en sterke kanten van Kazakhstan kort te belichten.

Het begon al meteen met het vervoersverhaal. Het blog van Thomas heeft, zoals de trouwe lezers weten, een hoog economisch gehalte. Met grote regelmaat wordt het vigerende prijsniveau aangehaald, in goed- dan wel afkeurende zin, afhankelijk van de hoogte ervan.
Een ding staat echter steeds buiten kijf, taxi’s rijden er bijna voor niets.
Met deze wetenschap in het achterhoofd, spoedden we ons bij aankomst naar de ATM en droegen er zorg voor voldoende kleine coupures te pinnen, zodat we de taxichauffeur niet in verlegenheid zouden brengen.

Monter slingerden wij onze bagage in het eerste beschikbare voertuig en gaven de naam van het hotel op. De man zette het voertuig meteen in beweging en toonde ons even later een prijslijst, variërend van 50 tot 90 euro met de namen van alle goede hotels. Wij meldden de man beleefd , dat we al een hotel hadden en uitsluitend taxivervoer zochten.
Daar bleek deze lijst echter betrekking op te hebben.
Onze rit moest 70 euro kosten. Met de verhalen van zoonlief in het achterhoofd hadden wij hier enige moeite mee. Met zichtbare tegenzin kregen we daarop 50% korting en toen dat niet voldoende bleek, nogmaals een zelfde discount.
Om de sfeer in de taxi niet nog onplezieriger te maken, hebben wij daar mee maar ingestemd.

Achteraf bleek, dat wij een officiële taxi hadden genomen, die normale Westerse prijzen aanhoudt. Bijna niemand maakt echter van deze service gebruik. Elke zichzelf respecterende Kazakhstaan steekt gewoon zijn hand op ,waarop doorgaans meteen een voertuig stopt. Als de bestemming een klein beetje op de route ligt van de chauffeur, neemt hij de passant mee, waarvoor een vergoeding in rekening wordt gebracht in de orde van grootte van 0,5 tot 1,5 euro.

Toen ik een paar maal van deze service gebruik had gemaakt, zag ik er plotsklaps de enorme waarde van in .
Parbleu, Het Ei van Columbus!
Stel je voor dat we dit concept over zouden nemen in ons dicht bevolkte landje.
Het zou natuurlijk een regelrechte uitkomst zijn, geen dichtgeslibde, ontwrichte binnensteden meer, niet langer overlast van rokerige bussen, de CO2 uitstoot zou drastisch afnemen, geen verdere kostenverslindende asfaltering van onze pleinen en parken, de sociale cohesie zou toenemen, ouderen zouden langer zelfstandig kunnen blijven wonen, waaroor de WMO uitgaven weer fors omlaag zouden kunnen en ga zo maar door.

Ik heb besloten dit idee door te spelen naar Mevrouw Jongerius, die daar als ervaren bestuurder wel raad mee zal weten. Het zal haar weinig moeite kosten om de SER ervan te overtuigen, dat de budgettaire impact van dit plan heel wat groter zal zijn dan die van het onzalige voorstel van het kabinet om bejaarden te pesten, door de AOW leeftijd tussentijds te verhogen.

Nog confuus van deze enorme eye opener, liepen wij dezelfde middag aan tegen een ander voorbeeld van vernuftig Kazakhstaans organisatietalent: de Groene Bazaar.
Op een oppervlakte van een halve vierkante kilometer is alles te koop wat een Kazakhstaans gezin nodig heeft. Grote rijen kramen, bijvoorbeeld met alle soorten gedroogde vruchten, alle volgens hetzelfde strakke model ingericht,maar ook met alle andere levensbehoeften,alles ‘fair trade’.en ook nog in een buitengewoon plezierige ambiance.
Dit is toch transparantie ten top, de koper heeft het volledige marktaanbod in beeld evenals alle transacties die tot stand komen.
Ons zijn weinig markten bekend waar vraag en aanbod zo zuiver en direct tot elkaar komen.
Websites als ; Kieskeurig en Prijsvergelijk zijn aan de Kazakhstaan niet besteed, hij kijkt gewoon om zich heen.
Grondig onderzoek onzerzijds heeft uitgewezen, dat er geen levensbehoeften te bedenken zijn van een doorsnee Kazakhstaans gezin, waarin niet op deze bazaar voorzien kan worden.

Zou het niet geweldig zijn,dachten wij,wanneer in ons land in de binnensteden al die afschuwelijke winkels van ketens als Kruidvat,Blokker, en Xenos die maken dat elke plaats wel dezelfde lijkt, plat zouden worden gegooid en vervangen door zo’n gezellige markt naar het model van de Groene Bazaar?
Het straatbeeld zou drastisch veranderen toch? Niet langer straten vol met bedrukte mensen met uitpuilende zakken met spullen, die geen of in ieder geval erg weinig waarde toevoegen, maar een gezellige marktplaats waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en dingen kunnen kopen, die echt nodig zijn.

Dat de hierboven beschreven hang van de Kazakhstaan naar de praktische en gemoedelijke oplossing niet ten laste gaat van de aandacht voor de cultuur konden wij op de dag van aankomst al vaststellen.
Wij bezochten toen een balletvoorstelling uitgevoerd door een Astaans gezelschap,met als titel,vrij vertaald, het “Wolvengat”.
De uitvoering was duidelijk geïnspireerd door het Zwanenmeer, maar wellicht iets boerser van opzet. Dit werd echter ruimschoots gecompenseerd door het enthousiasme en de inzet van de dansers.
Toen na afloop van de voorstelling het applaus losbarstte, meende ik even dat het in de stad nog ruim aanwezige Russische geschut bij de vele monumenten, massaal afgeschoten werd, maar het bleek gewoon een uiting van onvervalste waardering van de toeschouwers.

Een ander voorbeeld van Kazakhstaans vernuft, troffen wij aan bij het bezoek aan het plaatselijke museum.
Het eerste wat ons opviel, was de buitengewone efficiency. Onder een dak was de gehele historie van Kazakhstan samengebracht. Werkelijk elk aspect, de flora en fauna, fossielen, kleding, leefwijze, schilderijen, wapenrustingen, krijgsgeschiedenis and so on.
Geen vermoeiend gezeul dus van museum naar museum, maar gewoon lekker “one stop shopping”
En nieuw mooi leermoment voor ons vormde de beveiliging van het museum. Geen dure beveiligingsmensen met portofoons, geen camera’s of struikelschrikdraad zoals bij ons, maar gewoon enkele oudere breiende omaatjes bij de belangrijkste attracties met twee pandeksels in de breitas, waarmee desgewenst alarm geslagen kan worden.

Het spreekt denk ik voor zich, dat dit ook bij ons een uitstekende manier zou zijn om de ouderen weer in het arbeidsproces op te nemen.

Diezelfde dag nog deden wij misschien wel onze grootste ontdekking. Moe van het aangrijpende museumbezoek, besloten wij een kleine plaatselijke brouwerij te bezoeken.
Wat wij daar in het proeflokaal troffen was ongekend. Nooit eerder hadden wij bier geproefd, dat zo zuiver van smaak ,zo lekker zo fris en zo hoppig was.
Een bier om met de bekende Rotterdammer Jaap Kooijman, chauffeur der RET, te spreken, dat feitelijk elk ander bier meteen volledig overbodig maakt.
Wij hebben ons zelf niet ontzien en alle aangeboden soorten geprobeerd, maar waren unaniem van mening dat het ongefilterde witbier van de allerhoogste klasse was.
Ik ging tot nu toe als ik in Utrecht kwam altijd even langs de stadsbrouwerij Oudaen om daar een witbiertje te drinken, maar dat genoegen is me door dit bezoek volledig ontnomen.
Het spijt me toe te moeten geven dat het Oudaen bier,vergeleken bij wat we nu geproefd hebben,niet zo heel veel meer is dan verschraald lekbier.

Het lijkt mij zaak dat zo spoedig mogelijk een werkgroep wordt gevormd die beziet hoe de receptuur van dit heerlijke bier verspreid kan worden ,zodat het in licentie ook elders gebrouwen kan worden en de levensstandaard op brede schaal eindelijk weer eens fors omhoog kan.

Omdat wij onze waarnemingen niet uitsluitend op Almaty wilden baseren, zijn wij doorgetrokken naar het zuiden.
Wederom buitengewoon comfortabel op Kazakhstaanse wijze met een keurige slaaptrein.
Onze coupe bleek te grenzen aan de compartimenten van de Kazakhstaanse worstelaars, die op weg waren naar een interland in Tashkent. Nadat wij desgevraagd enige hulp hadden geboden bij de Engelse studie, kwamen op de mobiles al gauw de foto’s te voorschijn van de medaille-uitreiking in Beijing en die van de titelmatches.
Het zal jullie niet verbazen, dat wij uitgenodigd zijn het Kazakhstaanse worstelteam in 2012 in Londen te komen aanmoedigen.
Waneer wij tijdens de trip vertier zochten in de restauratiewagen, hadden wij erg weinig zorgen over de bagage in onze coupe.



In Tjulkebas.650 km verder zijn wij uitgestapt en opgehaald door Lammert Bies, een Nederlander, die zo onder de indruk was van zijn eerste bezoek aan Kazakhstan, dat hij heeft besloten er voor goed te blijven.
Hij was er op een vakantietrip en raakte op een wandeltocht met een groep de weg kwijt en besloot bij een boerderij midden in de rimboe even op adem te komen en een kop thee te vragen.
Toen de deur open ging, stond hij ineens oog in oog met de vrouw van zijn dromen. Een jaar later na enig moeizaam briefverkeer in het Kazakhs is hij afgereisd en woont er nu reeds 8 jaar .
Hij exploiteert een Guest House en geldt lokaal als een Van der Valk tycoon, met 4 bouwplaatsen ‘under construction”.

De eerste dag hebben wij een tulpenveld bezocht. Zoals jullie waarschijnlijk weten komt de tulp oorspronkelijk uit Kazakhstan. Het veld dat wij zagen,laat zich nauwelijks adequaat beschrijven. In een prachtige, groene vallei, ingeklemd tussen twee bergketens met op de toppen daarvan, de eeuwige sneeuw, lag een kolossaal tulpenveld met de mooiste dieprode tulpen.
Wij zijn redelijk chauvinistisch ingesteld,maar durfden de twee Franse bezoekers,die dit veld met ons bezochten, niet echt tegen te spreken, toen ze opmerkten, dat bij deze pracht vergeleken onze Keukenhof niet veel meer is dan een uit de kluiten gewassen bloemig volkstuintjescomplex.
Het is onze aanbeveling,dat de directie van de Keukenhof zo spoedig mogelijk afreist naar dit oord om te zien ,hoe een tulpenveld er uit hoort te zien en dit vervolgens zo snel mogelijk hier implementeert.

De dagen daarna hebben we besteed aan een bezoek aan het Aksu Djabagly reservaat.
Wij werden rondgeleid door een Russische biologe, die directeur is van het park.
Van haar hoorden wij hoe voorzichtig de Kazakhstanen met de natuur in dit park omgaan. Het park is 140.000 ha groot, maar in het voorjaar, als de fauna kwetsbaar is, mogen er per dag maximaal twee groepen in van maximaal 5 personen.
De vergelijkbare verhoudingscijfers voor de Hoge Veluwe heb ik niet paraat, maar het zou me niet verbazen, als die hoger uitvallen!
De natuur in het park was overweldigend met prachtige vergezichten. Jammer voor ons, dat we net op de verkeerde dagen waren gekomen. De beren hadden net gejongd en bleven nu bij het kroost en waren dus minder op trek, de gemzen zouden pas twee dagen later beginnen te werpen, wat altijd een bijzonder schouwspel oplevert, omdat ze dat allemaal doen in een nauwe kloof bij een waterval, zodat de wolven niet bij de jongen kunnen als de gemzen voedsel gaan zoeken en het aangename voorjaarsweer had de sneeuwluipaarden naar de koelere, hogere berghellingen verdreven.
Was echter toch nog een erg leuk bezoek en hebben nog best veel dieren gezien, waaronder een kudde van meer dan 100 moeflonachtigen en een troep zwijnen.

Om de indruk van het zuiden van Kazakhstan compleet te maken,zijn we de laatste dag naar het 300 km verder gelegen Turkestan gereisd om het Kohza Akhmed Yasui Mausoleum te bezichtigen. Naar onze mening is dit monument terecht op de lijst van de top 5 bezienswaardigheden geplaatst.

Met het voorgaande, heb ik vanzelfsprekend niets af willen doen aan de wederwaardigheden van de bloghouder. Het enge wat ik geprobeerd heb, is aan te geven dat begrippen als “developed and less developed country” ook maar relatief zijn en dat ook wij nog wel wat van de Kazakhen kunnen leren

Verder wil ik graag afstand nemen van het vooroordeel, dat Kazakhstan geen goede vakantiebestemming is. Het gedeelte dat wij bezochten, was erg aardig en is, zeker wanneer het gecombineerd wordt met een bezoek aan de oude zijderoute steden in het nabij gelegen Oezbekistan, zonder meer de moeite waard.

Paul Michielsen

zondag 19 april 2009

Een visum voor Bureaucratie

Wat doe je als je even niets interessants meegemaakt hebt? Juist, dan begin je over het weer of gebruik je de belevenissen van anderen. Het eerste heb ik in de vorige post al gedaan, dus nu is het tijd voor het tweede (als het even kan doe je dan ook nog net alsof het je eigen verhalen zijn, maar dat vind ik uit het oogpunt van journalistieke integriteit niet verantwoord).

Toen ik nog klein een klein Thomasje was zagen mijn ouders ongetwijfeld op tegen de zomervakantie, waarin de gratis creche die school heet niet beschikbaar is. Hoewel ik altijd een engeltje ben geweest (toch?) was volgens mijn ouders zelfs voor mij enige afleiding noodzakelijk, dus deden ze wat alle ouders doen: ze kochten voor mij een zomerboek - een boek met strips, spelletjes en verhalen. Een exemplaar had de curieuze titel "Een visum voor Bureaucratie". De held van het verhaal verzamelde visa - hij had al een uitgebreide collectie, maar het pronkstuk van iedere verzameling - de Mount Everest voor visaspaarders - ontbrak nog: dat van Bureaucratie. Eindeloze bergen formulieren, doorverwijzingen en trips naar de ambassade later wist hij het felbegeerde papiertje te bemachtigen door de ambtenaren te wijzen op enkele inconsistenties in het schijnbaar waterdichte stelsel van regels, zodat de bureaucraten in hem hun meerdere erkenden en hem zijn zin gaven. Als de auteurs deze blog ook volgen kan ik wellicht een revisie voorstellen - in Centraal-Azie is een overdaad aan zowel regels als inconsistenties ook aanwezig, maar als je de autoriteiten daarop attent maakt kan je eerder rekenen op een 'ne padjot' (dat gaat niet) of 'nemozjna' (dat is niet mogelijk). Een bloemlezing uit de ervaringen van mijn Amerikaanse medestudenten.

De Amerikanen hebben het ambitieuze plan opgevat om alle Centraal-Aziatische republieken te bezoeken. Voor Tadzjikistan (als je land op de rand van een burgeroorlog staat, in een maand de economie met dubbele cijfers krimpt, de electriciteit in je hoofdstad om de haverklap uitvalt en tachtig procent van de wereldwijde heroineproductie door je land gesmokkeld wordt kan ik me ook wel voorstellen dat je andere zaken aan het hoofd hebt dan toeristen het leven zuur te maken) en Kyrgizie waren er betrekkelijk weinig problemen: een letter of invitation (LOI) is zelfs niet nodig. Bij Oezbekistan werd het al iets lastiger. In de Lonely Planet stond dat de ambassade alleen op vrijdag gesloten was - de Amis gingen dus op donderdag, maar eenmaal aangekomen bleek dat juist de vrije dag te zijn (ik geef ze groot gelijk - in Europa zou dat betekenen dat het weekend de facto al op woensdagavond begint). De volgende dag merkten ze dat de Oezbeken zeer zorgvuldig te werk gaan - voor tien aanvragen werd bijna vier uur uitgetrokken. Nadat ze bijna zes uur gewacht hadden wachtte er voor een van hem een onaangename verrassing - hij had een handgeschreven ingevuld formulier, en gezien de gloednieuwe regels omtrent visa-aanvragen kon dat natuurlijk niet geaccepteerd worden. Gelukkig bleef de schade beperkt - na nog een dag opgeofferd te hebben had hij succes.

De problemen begonnen echt bij Turkmenistan. Als je zo'n prachtig land hebt wil je uiteraard niet dat iedereen er zomaar in en uit loopt, en als je de toeristen in de gaten kan houden door middel van een verplichte toeristengids is dat mooi meegenomen (helemaal als je er nog een extra zakcentje voor vangt - tweehonderd dollar per dag is nooit weg). Voor transitvisa geldt deze verplichting niet, dus wilden mijn Amerikaanse vrienden het daarop wagen. Voordat de twee weken durende evaluatie van de applicatie (jullie begrijpen dat het naar de uitkomst daarvan slechts gissen is) kon beginnen was er wel nog een visum van een land buiten Centraal-Azie nodig - Turkmenistan grenst aan Kazakhstan en Oezbekistan, en als je Centraal-Azie niet verlaat kan je ook via Kazakhstan naar Oezbekistan.

Er waren drie gegadigden: Afghanistan, Iran en Azerbaidzjan (sp?). Ondanks dat de Taliban vooral in het zuiden opereert leek de eerste optie ze niet zo verstandig. Iran viel af omdat een van de twee al een Israelische stempel in zijn paspoort had. Azerbaidzjan leek echter de perfecte kandidaat: relatief veilig, niet ver weg en Baku schijnt een mooie stad te zijn. Helaas bleek, zoals altijd wanneer iets perfect lijkt te zijn, er nog een addertje onder het gras te zitten. Toen de Amerikanen na een vierentwintig uur durende treinreis (enkele reis) naar de hoofdstad Astana (sommige landen hebben consulaten in Astana en Almaty, anderen alleen in een van de twee) bij de betreffende ambassade aankwamen, bleken net (sinds een week) de regels veranderd te zijn. Behalve een extra document van je eigen ambassade was er nu ook een LOI nodig (kosten: $180) en de prijs was ook verhoogd van $40 naar ~ $120. Inmiddels zijn mijn kennissen aan het kijken wat vliegtickets naar Istanbul en Abu Dhabi kosten om zo Azerbaidzjan te vermijden - ik ben benieuwd hoe het afloopt (mij zou het echter het simpelst lijken om Turkmenistan gewoon links te laten liggen).

Vergeleken met deze epische avonturen vallen mijn eigen perikelen een beetje in het niet, maar voor de volledigheid zal ik ze toch vermelden. Naast een bezoek aan Oezbekistan had ik met Jochem een reis door een deel van Rusland en/of Wit-Rusland in gedachten. De Russische ambassades in Centraal-Azie schijnen echter een nachtmerrie te zijn - je hebt van alle documenten het originele exemplaar nodig, en zelfs dan is er een ruime kans dat de consulaire attache, afhankelijk van zijn humeur, nachtrust en sadisme, je je visum weigert terwijl je het hotel en de vliegreis al geboekt hebt. In mijn geval werd hierdoor ook een trip naar Wit-Rusland gehypothekeerd - twee keer op en neer naar Astana om het Wit-Russische visum te krijgen is al vervelend, de enige redelijke vlucht naar Minsk vereist overstappen in Moskou, en laat Minsk nu net de enige buitenlandse bestemming zijn waarvoor je op Sheremetyevo van terminal moet wisselen, waardoor een transitvisum noodzakelijk is. Uiteindelijk besloten we maar uit te wijken naar de Oekraine - door geen visum te vereisen lopen ze dan wel een paar euro's mis, maar hopelijk voor hun kunnen we dateen beetje compenseren met wat hostelovernachtingen en goedkope treintickets. De Oezbeekse ambassade heb ik vrijdag met succes getrosteerd - ook mij kostte een uur of zes, maar dan heb je ook wat.

De moraal van het (lange) verhaal: als je door deze blog geinspireerd bent om zelf naar deze regio af te reizen - bezint eer ge begint. Haal indien mogelijk je visa in Europa. En ga niet naar Turkmenistan.

maandag 13 april 2009

Regen in Almaty

Lange tijd had ik het idee dat mijn bezoek hier in elk geval in meteorologisch opzicht een succes was, maar net als in een casino kon mijn geluk niet blijven duren. De Engelsen zeggen het mooi: "When it rains, it pours". En dat net terwijl mijn ouders me in dit afgelegen oord met een bezoekje vereerden - ondanks mijn herhaaldelijke waarschuwingen dat er in Kazakhstan (zeker voor toeristen) niet zo heel veel te doen is, stonden ze er toch op af te reizen. Tot mijn verbazing zeiden ze, waarschijnlijk om me een hart onder de riem te steken, dat ze Almaty een interessante stad en zeker de moeite waard vonden.

Zoals wel vaker wanneer je anderen iets uitlegt of laat zien leerde ik dit weekend zelf ook weer wat nieuws over Almaty. In dit geval ging het om de greppels die op veel plaatsen langs de wegen zijn aangebracht. Eerst stond ik er niet zo bij stil waar die voor moesten dienen, maar het grote aantal ontbrekende putdeksels had me er al van moeten overtuigen dat er hier niet alleen conventionele methoden van waterafvoer worden gebruikt. Helaas zou ik mijn kennis duur moeten betalen. Toen we een operabezoek voortijdig afbraken (ik kan jullie mededelen dat de aloude wet 'overdaad schaadt' ook op het gebied van cultuur geldt) om de tweede helft van een voetbalwedstrijd niet te hoeven missen, dacht ik dat twee blokken door de regen lopen niet zo'n groot probleem kon zijn. Een taxichauffeur die voor dit korte stuk met 50 cent geen genoegen wou nemen wilde ik niet voor zijn inhaligheid belonen, dus gaf ik het goede voorbeeld en ik begaf me kordaat door de regen.

Toen ik de overkant van de straat bereikte merkte ik echter tot mijn ontsteltenis dat op de plaats waar normaal het trottoir is, zich nu een kolkende watermassa bevond. Mijn schoenen waren echter redelijk watervast en het stoplicht was net van kleur veranderd, dus ik besloot dat ik beter een gokje met het water kon nemen dan mijn jeugdige leven op het spel te zetten door terug te lopen. De greppels waren dan niet afdoende om het water goed weg te laten lopen, een argeloze student een nat pak en een paar schaafwonden bezorgen lukte nog wel - omdat alles blank stond kon het verschil in relief onder het wateroppervlak niet goed inschatten en stond ik ineens tot boven mijn knieen in het water.

Hoewel deze tegenslag me alleen maar sterkte in mijn vastberadenheid (als in een slechte actiefilm waadde ik verder), was het dieptepunt (snappen jullie hem?) nog niet bereikt. Almaty is op een helling gebouwd, dus de straten op de noord-zuid as lopen van boven naar beneden. Nadat ik linksaf was geslagen transformeerde het hoogteverschil de enorme plassen water in een wildwaterbaan van epische proporties, die deed denken aan de modderstromen die bij natuurrampen vaak talloze slachtoffers eisen. Een modderbad (de oude Egyptenaren wisten trouwens al dat dit op de huid een uiterst heilzame werking kan hebben) bleef me dan bespaard, ik was er echter niet gerust op dat het water van Center Parcs-kwaliteit was. Gelukkig kan ik jullie meedelen dat ik uiteindelijk, behalve wat kou in de kroeg, geen al te grote gezondheidsschade heb opgelopen. Toch is het wellicht niet onverstandig om, mochten jullie nog eens in Almaty komen, bij regen maar een taxi te nemen.